Ma 19/7/2010 :
Opstaan om 7u30 lijkt een goede gewoonte te worden.
Ons ontbijt is inbegrepen in de prijs van ons hotel. Het lijkt heel ok
tot blijkt dat er wel spek, gebakken eitjes en worstjes, gebakken
aardappelen zijn maar geen brood. We vragen toast bij maar daar zijn ze
karig mee.
Om 9 uur start de volgende rit naar Twin Falls. We zijn maar goed
vertrokken of er zijn weeral wegenwerken. De bordjes “roadworks ahead”
kennen we van deze vakantie al heel goed. Deze keer werken over een
afstand van 19 mijl (= ongeveer 30 km). Bij het begin van de werken
staat een dame of een heer met een bordje “slow”. We moeten wachten
want het verkeer wordt om beurt over één rijvak gelaten. De rij die
rijdt, wordt voorafgegaan door een “pilot car”. Achter die auto rijdt
de file dan aan. We rijden nadien eventjes door op een rijvak waarvan
het asfalt is afgeschraapt. Nadien staat er weer iemand met een bordje
“slow” en is het weer van wachten. Zoiets kunnen we ons bij de
jaarlijkse grote werken op de naburige E40 niet voorstellen.
We rijden eerst nog door een streek met grasland, boerderijen en
reusachtige stapels hooibalen in de buurt van de boerderijen. We zien
zelfs een klein vliegtuigje nogal wat stuntwerk doen boven de weg
waarop wij rijden. Als we hem al een derde keer zien rakelings over de
weg scheren, hebben we door dat hij aan het sproeien is.
Nadien komen we stilaan in de woestijn terecht. Het landschap is vrij
vlak, saai, dor begroeid. Om de 5 minuten komen we een tegenligger
tegen en voor of achter ons zien we geen wagens.
Craters of the Moon National Monument en Reserve is het volgende park
waar we doorheen rijden. Een stop bij het Visitor Center leert ons veel
over het ontstaan van het gesteente in het park. Het park bestaat uit
lavagesteente. De lava stroomde overvloedig en stolde tot donkerbruine,
roestbruine gesteenten. Er groeien zelfs specifieke bloemen op de
lavastenen.
Het mag niet… maar we hebben toch een lavasteen in onze rugzak gestopt
voor Gijs. (we hebben ook al stenen van de Athabasca Glacier en van aan
de watervallen in Yellowstone).
Aan een uitkijkpunt beklimmen we een heuvel die bestaat uit vulkanische
as, het pad heet Inferno Cone. Onderweg naar boven voelen we al een
gure, stevige wind. We voelen ook de as tegen ons aan vliegen. Het is
ongeveer 25° maar zo voelt het niet met die wind. Karlien heeft de
brute pech dat haar zonnepetje eventjes wordt opgelicht en… het
onvermijdelijke gebeurt… petje met de wind kei-snel de berg af. We
hebben dan maar allemaal ons petje in de hand gepakt. Jeroen vond een
petje hier verliezen nog een beter idee dan in de modderputten van
Yellowstone.
Terug in de auto constateren we dat we allemaal een laagje as in de
zorgvuldig uitgesmeerde zonnecrème zitten hebben. Vooral onze benen
zien zelfs goed zwart uit.
Aan het Visitor Center gaan we picknicken want dat is de laatste
picknickplaats die we op de kaart zien voor de komende kilometers. Ook
hier speelt de wind ons parten: eten en ondertussen zorgen dat de
papieren bordjes en plastieken bekertjes blijven staan. ’t Is ons niet
gelukt… we hebben het picknicklaken helemaal onder de chocomelk gegoten!
De volgende kilometers lopen langs dezelfde dorre, ruwe lavastenen. Wat droge plantengroei, meer is hier niet doenbaar.
Als we weer uit het park Craters of the Moon zijn, zien we plots een
jeep op de kant van ons rijvak staan met 4 knipperlichten aan. Hij
plaatst zijn jeep pal voor ons. 2 cowboys en een paar mannen met een
quad drijven een kudde dieren over de weg naar een ander stuk weiland.
Dat hebben we ook weer meegemaakt.
Ons hotel is één van de goedkopere uit het lijstje maar is dik in orde
en heeft weer een binnenzwembad. Terwijl iedereen gaat zwemmen, ga ik
ons picknicklaken (en de rest van de vuile was natuurlijk ook) in de
wasmachine stoppen.
In heel wat hotels kan je voor $1,5 een machine wassen, nog eens $1,5
voor de droogkast. Wasmiddel kan je voor een extra dollar uit de
automaat halen. Extra kleren of ondergoed kopen is echt wel duurder. Op
bijna elke hotelkamer staat een strijkplank en –ijzer, maar met de hand
lukt dat ook wel goed.
We eten ’s avonds in een restaurant dat aan dezelfde parking ligt als ons hotel: rijst en kip – lekker en gewoon.
Goed om weten:
Benzine kost hier in de VS minder dan de helft van bij ons.(0,62 euro voor 1 liter) Er rijden ook amper wagens op diesels.
We snappen nu echt wel waarom ze hier allemaal met reusachtige wagens en jeeps rijden ;-)
Vandaag zagen we twee vrachtwagen van UPS. Ze trokken allebei 2 aanhangwagens.