Do 15/7/2010 :
Terwijl we gisteren naar de winkel gingen voor onze
inkopen van de picknick ontdekten we een Amerikaanse nieuwigheid, nog
onbestaande in ons Belgenlandje: een drive-in voor bankverrichtingen.
Met de wagen tot tegen de terminal rijden, kaartje in het apparaat en
klaar om te bankieren vanuit je luie autostoel.
Vandaag zijn we opgestaan om 6u, we hadden ons ontbijt in het hotel:
met spek, worstjes, gebakken eieren en gebakken aardappelblokjes. Rond
7u15 zitten we al in de auto voor een rit van 715 km richting
Yellowstone. De rit loopt langs reusachtige prairies, veel koeien en
grote - en grotere - ranches.
Ik heb mijn eerste rit (maar 200 km) gereden op de autostrade met de Dodge automaat. Tegen de middag is het Mc Donald’s tijd.
Tegen 15 u rijden we Yellowstone National Park binnen. Oei, oei,
wat een drukte! Dit is het park waar we allemaal naar uitkeken…
We bezoeken eerst Mammoth Hot Springs. Ze staan eigenlijk voor morgen
op ons programma maar ze liggen heel kort bij de ingang North van het
park, die we nu net binnenreden. Yellowstone NP heeft bijna de grootte
van Vlaanderen. We mogen dus gerust op een paar kilometers letten en de
bezoekjes wat economisch plannen. Mommoth Hot Springs zijn
warmwaterpoelen met alle kleuren van de regenboog en slechts één geur,
die van solfer (of rotte eieren). We wandelen langs de LowerTerrace
Loop en nadien ook langs de Upper Terrace Loop.
Nadien rijden we nog zo’n 30 km door, naar het Norris Geyser Basin.
Daar ligt de grootste geiser ter wereld: de Steamboat, de Euchenius en
nog andere geisers.
Tegen 19u30 arriveren in Lake Yellowstone. We slapen in twee hutjes
tegen mekaar. Het hotel en de daarbijhorende cabins liggen vlak aan het
Lake Yellowstone. We hebben geen internet, geen GSM-bedekking,
geen TV…. Puur natuur dus!
Wat we wel hebben zijn een paar bizons, die zelfs tot op parking van het hotel komen grazen.
We hebben nu al alle beesten gezien die in de boekjes staan: eland,
wapitiherten, eekhoorntjes, bizons… maar GEEN beren. We geven de moed
niet op maar beginnen toch wel een beetje te vrezen. Morgen gaan we
toch nog eens goed op tijd vertrekken om de kans op het zien van wilde
beesten iets te vergroten.