Terug naar het dagboek....

Ma 12/7/2010 :

Guido en ik doen ’s morgens de noodzakelijke boodschappen voor het ontbijt en de picknick van vandaag. We eten deze ochtend lekker verse croissants met chocomelk op ons bed.
Het wordt ook mijn eerste ritje met de Dodge Grand Caravan: een automaat, wel even wennen om niet te schakelen.
We vertrekken vanuit Lake Louise rond 9u30. Het wordt een korte rit naar Banff van ongeveer 60 km, met het ommetje naar de Tunnel Mountain Drive erbij hebben we een goede 80 km gereden.
De rit naar Banff gaat via de Bow Valley Parkway en niet langs de Highway. Deze weg zou meer kans geven om onderweg dieren te zien. Na 30 km kunnen we weer naar de snelweg of gewoon onze weg verder zetten.
Alles zal afhangen van wat we onderweg aan wilde dieren hebben gezien… Niets  gezien op de eerste 30 km, dan kiezen we er maar voor om de Bow Valley Parkway verder te volgen. Soms is de snelheid beperkt tot 40 km per uur maar dat geeft niet, we hebben tijd en ook nog een beetje geduld.
Dat wordt beloond want net voor Banff staan een 5-tal tegenliggers gewoon stil op de weg. We stoppen ook en ja hoor, daar staat een eland trots te poseren voor de toeschouwers op de Parkway.
Onderweg stopten we nog bij de Johnston Canyon. De parking staat al vroeg op de ochtend eivol. Het wordt wachten tot een andere wagen wegrijdt. Een pad en een brugje voeren ons langs de rivier waar we een waterval zien. Het valt een beetje tegen want dit is maar een mini-versie.
Langs onze weg kronkelt de prachtig blauwe Bow River met ons mee. Castle Mountain is een ander uitzichtpunt. Deze berg werd door heel wat kunstschilders op doek gezet. Hij is ook de moeite waard. Ondertussen hebben we ook onze regenjassen al uitgehaald want er valt af en toe een bui.
In Banff aangekomen, zijn we nog te vroeg om in te checken in ons hotel. We rijden door naar de Upper Hot Springs. Je kan er in baden gaan gevuld met water uit natuurlijke warmwaterbronnen. Het water is ongeveer 40° C. Pech… de baden zijn vrij koud door hevige regenval deze nacht en zijn daardoor uitzonderlijk gesloten. We gaan kijken naar de kabelbaan die tot boven de Sulphur Mountain gaat. Een ritje in de gondels lijkt ons te prijzig ($30/persoon). We picknicken eerst.
Het werd de kortste picknick ooit omwille van een ferme plensbui. In de volle vlucht alles opgeruimd en flink nat in de auto gedoken…
De Hot Springs zijn nog steeds gesloten.  De Tunnel Mountain Drive staat ook nog op het vervangprogramma. Omdat geduld beloond hoort te worden, krijgen we ook nog een hert te zien. Tijdens deze rit krijgen we ook een prachtig zicht op het Banff Springs Hotel. Dit hotel werd ooit door de Canadian Pacific Railway (de Canadese spoorwegen) gebouwd om de kosten van hun lijnen tussen de Atlantische Oceaan en de Pacific te bekostigen. Toeristen konden zo de prachtige natuurgebieden in het binnenland bezoeken en daarbij de trein gebruiken en verblijven in een voor die tijd schitterende accommodatie.
De Tunnel Mountain dankt zijn naam ook aan de spoorwegen, die hier aanvankelijk een tunnel planden.
Rond 14 uur komen we aan bij ons hotel. Chique oogt het en is het. We hebben vreselijk grote kamers met een tussendeur tussen onze twee kamers. Zalig is dat… niet meer door de gang om iets uit een andere valies te halen.
Ook in Banff is een Old Spaghetti Factory… dus we twijfelen niet lang voor het avondeten.
Daarna doen we nog boodschappen voor morgen in de Safeway.

Om efkens na te denken :
Als ze weten dat we Belgen zijn, vragen sommige Amerikanen (Dank en Christa – maar ook anderen) ons wat er nu wel met België zal gebeuren. Ze snappen niet echt waar het over gaat maar ze weten wel dat er in ons landje iets tussen de nederlandstaligen en franstaligen aan de hand is.